06-1786_Egbertus_vNeijenhoffXStuart

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
  Volgnummer 6-21   

7-41             & 7-42

van  NEIJENHOFF, Egbert/Egbertus/Elbertus Geb. 16 februari 1786 te Bemmel  (DTB 984 blz 42 r 13)  Beroep Arbeider  (1828) Ovl. 3 april 1828 te Bemmel. (Akte 11)   Informatie Ouders

Huwt op 19 augustus 1810 te Bemmel voor de  gereformeerde predikant en op 2 september 1810 voor de pastoor in  Bemmel.
Volgnummer 6-22   

7-43             & 7-44

STUART  (Anna) Maria Geb.te Bemmel. Ged. 2 april 1781 te Huissen. Ovl 22 november 1848 te  Bemmel.  Informatie Ouders

Kinderen uit dit huwelijk
1  Gerhardus, Geb. 19 juni 1811 te Bemmel.       Ovl.24 sep 1819 Bemmel
2 en 3  2. Petrus Geb. 4 maart 1814 te Bemmel Langewaard).  Hij overlijdt 12 dagen voor zijn broertje   Gerhardus.


3. Theodorus Geb: 27 mei 1816 Bemmel (Langewaard)          Zie:Bijzonderheden

2:Ovl: 12 sep 1819 Bemmel      3: Ovl 26 sep 1819 Bemmel
4  Jacoba Theodora Geb. 24 jul 1819 te Bemmel (Bemmel (Lingewaard).  Bij overlijden is ze weduwe van Petrus JANSSEN.  Ovl. 25 jan     1894  Doornenburg. (Akte 16 Bemmel)
5  Gerrit Geb: 6 okt 1821 te Bemmel (Langewaard). Beroep: tabaksplanter. Ovl, 8 dagen voor zijn  zuster Jacoba. Er staat geen partner vermeld dus hij was waarschijnlijk niet getrouwd. Ovl. 17 januari 1894 te Bemmel (Akte 9)
6   Petrus, Geb: 2 apr 1825 te Bemmel.(Langewaard) Huwelijk       
Bijzonderheden:  Alle hieronder vermelde bijzonderheden zijn verzameld door Marijke Hermsen-Jansen in 2018:

  • De vader van Egbertus hierboven was Gerrit van Neijenhof gehuwd met Jacoba Hendriks.        Gerrit was dorpsschrijver en in zijn huis werden vergaderingen gehouden en er vonden verkopingen  en verpachtingen plaats, zo kwam het huis aan de naam ‘Het Kantoor’.Het huis staat nog steeds (2018) in Bemmel, alleen is het verbouwd, maar op de gevel staat nog steeds   “Het Kantoor”. Egbertus en Maria Stuart woonden met hun gezin in “Het Kantoor”.
  • Gerhardus, Petrus en Theodorus, de kinderen 1,2 en 3, overlijden alle drie in september van 1819 in een tijdsbestek van 18 dagen. Ze waren het slachtoffer van een zeer besmettelijke dysentery ook wel “de rode loop” genoemd. Het gezin was de eerste familie in Bemmel die door deze ziekte getroffen werd. Wat verschrikkelijk, je drie oudste kinderen te moeten verliezen in een maand.
  • Vergelijkbare sterfgevallen vinden plaats zeventig jaar later als Jacoba en Gerrit (kind 4 en 5) binnen 8 dagen na elkaar overlijden.
  • En dan wordt het 1822 en kom ik bij de vondeling. In de vroege ochtend van 5 juli gaan Jan Hegh en Johannes Gerritsen op weg naar hun werk. Ze komen om ca.drie uur langs het huis van de fam. Neijenhof als ze een kind horen huilen. Ze keren om en vinden voor het huis onder het grote raam een  opgebakerd kind. Hieronder de tekst van het procesverbaal over de vondeling in Bemmel 5-7-1822. Ik kort het wat in.
  • Het kind is van het mannelijk geslacht en ca. 3 weken oud. Gekleed in rood gestreept kantoenen borstrokje met paarse bonte katoenen mouwen en een paars gestreept strookje om de hals. Een gebreid borstrokje op verscheidene plaatsen gestopt, van boven met grijs lint omzet, een oud katoenen versleten hemdje met  gemeene kant op de mouwen. Op het hoofd een onder muts. Een linnen tuschen mutsje met een gemene kantje. Een kort bont met fiolet bloemen gekleurd zogenaamd klapmutsje. Om den hals een witte kantoenen op verscheiden den plaatsen gelapte doek. Opgebakers in een stuk van een oude wollen deken. Een stuk van een linnen lap. Een roodebaay en versleten doek. Een stuk linnen doek en een grove oude Pellengelapted doek. In het mutsje is gevonden een briefje waarop is geschreven: “Dit Kient is rooms en niet gedoopt”.
  • Het kind werd ‘kostens den gemeente ter verpleging gelaten bij de fam.van Neijenhoff.Ze kregen een contract dat de het kind zouden verzorgen, kleden, voeden schoonhouden en opvoeden als hun eigen kind. De fam. kreeg van de gemeente fl.15,60 per kwartaal, omgerekend nu 147,-euro. De gemeente betaalde de medische kosten.
    De fam.van Neijehoff moest beloven dat ze het kind niet ter bezichting rond zouden dragen en dat ze het kind zes jaar zouden verzorgen.
    Er moest ook aangifte van de geboorte worden gedaan en die werd gedaan door de beide heren die hem vonden en door Egbertus van Neijenhoff.
    Het kind kreeg een naam die door de Schout was gegeven, het  werd JAN zoals de twee heren, en als toenaam/achternaam KANTOOR.
  • De vondeling heeft nu een naam en is inwoner van Bemmel geworden.
    Ik ben benieuw hoe het verder met hem is gegaan. In 1825 zie ik hem nog bij de fam. van Neijenhoff  op no. 13. verder tref ik hem niet meer aan.Zoeken dus en dan tref ik hem aan als overleden in Veenhuizen gem. Norg in Drenthe.Hoe komt hij daar? In 1823 werd er in de gemeente Norg een gesticht gebouwd met werkplaatsen, boerderijen en gevangenissen. Dat kreeg de naam Veenhuizen.
    Het was het idee van Johannes van den Bosch. Hij was van mening dat de vele armoede vooral in de grote steden de schuld was van die mens zelf.Ze moesten leren om te werken en gezag te aanvaarden.Veel mensen hadden helemaal niets en gingen bedelen of werden landlopers. Dat was bij de wet verboden.Johannes van den Bosch dacht een oplossing te hebben, in het noorden van het land was nog veel onontgonnen grond, als ze de werkelozen, bedelaars en arme gezinnen daar eens naar toe deden, dan waren de problemen in de grote steden opgelost. Ze zouden daar beschaving leren.Om een en ander te financieren werd opgericht Maatschappij van Weldadigheid.
    Er werden drie enorme gebouwen neergezet met zijde van 145 meter in het vierkant met een binnenplaats ( een gebouw staat er nog en is nu een museum). De gebouwen hadden een nummer, 1,2,3, Spottend werd het kerkhof gesticht no. 4 genoemd. Financieel kwam het niet rond, dus werden contracten met de overheid gesloten zodat de burgemeester arme gezinnen, wezen, vondelingen, landlopers en bedelaars gedwongen konden laten opnemen.Ieder gemeente moest een bijdrage per jaar geven. Wezen en vondelingen werden opgenomen als ze 6 jaar waren . De gemeente Bemmel betaalde ook aan Veenhuizen en ze betaalde aan de fam.van Neijenhoff  dus toen Jan Kantoor  6 jaar werd kon hij naar Veenhuizen.Op 30 juni 1828 schrijft de burgemeester van Bemmel aan de maatschappij van Weldadigheid dat hij een kind uit Bemmel genaamd Jan Kantoor zal opzenden naar Veenhuizen. Op 7 juli 1828 twee dagen na zijn zesde verjaardag is hij dan opgezonden.Op 7 juli is hij dus opgezonden ( wat een manier  van  zeggen) en hij komt  17Juli aan in Veenhuizen. Een reis van 10 dagen, het was in die tijd een hele onderneming. Waarschijnlijk is hij eerst naar Amsterdam gebracht  en toen met een boot over het IJsselmeer en  vervolgens met een trekschuit naar Veenhuizen.
    Hij komt in gesticht drie, daar wonen 600 kinderen dan breekt er dysenterie uit, zeer besmettelijk. ( drie kinderen van de fam.van Neijenhoff waren er ook aan dood gegaan ( oh ironie). Nu sterven  er honderd en elf kinderen onder wie Jan Kantoor. Het is dan 10-8-1828, hij woont er nog geen maand.Dit was het in grote lijnen.

Stamboom 1639 – 2014